Triathlon in het Wilde Westen
- sigridvanderschaar
- 7 jan 2023
- 5 minuten om te lezen
Racen in het onbekende Enkele weken geleden had ik mij aangemeld voor een triathlon in Bannockburn, een klein mijnersdorp vlakbij Cromwell. Deze vond plaats op 2 januari (gelukkig niet op de eerste), wat ook een feestdag is in Nieuw-Zeeland. Nog voor ik mijn baan had startte ik enthousiast met trainen want ik wilde weer een beetje in vorm komen. Maar zoals mij wel eens vaker gebeurt, begon ik té enthousiast waardoor ik, zeker toen ik begon met werken, een beetje vermoeid raakte. Wat begon met zo'n 3 weken goede voorbereiding, eindigde met bijna niet trainen en veel eten (want ja, kerst) in de laatste 2 weken voor raceday. Gelukkig heb ik in Nederland ook wel eens een triathlon met weinig voorbereiding gedaan, dus dat zal wel lukken!
Op de dag zelf moesten we al om 5 uur 's ochtends vertrekken. Bannockburn ligt op 2 uur rijden van hier en de registratie en briefing waren al vroeg. En gelukkig maar, want het werd een hele warme dag. De route naar Bannockburn alleen al was super mooi, alsof we op vakantie waren. Nou ja, alsof Harmen op vakantie was, want ik besloot lekker te gaan slapen in de auto. Pas op de parkeerplaats opende ik mijn ogen, dus ik wist totaal nog niet hoe de omgeving eruit zag.

Wegen worden hier niet afgezet voor een wedstrijd. Ze hopen gewoon dat de auto's vriendelijk genoeg zijn om je niet aan te rijden.
Na de registratie en briefing was het tijd om in te smeren. In deze regio kan het in de zomer goed heet worden. Het was om 7:00 dan ook al erg warm en de zon scheen fel. Daarna was het tijd om mijn fiets- en hardloopspullen klaar te zetten. Je mocht gewoon zelf een plekje uitzoeken, het was allemaal lekker low-key en relaxed. Het grootste toeval hier was dat twee fietsen naast mij opeens een Albert Heijn tas stond! Nog meer Nederlanders tijdens deze kleine triathlon in dit kleine dorpje dus. Het was een vrouw die al 23 jaar in Nieuw-Zeeland woont. Daardoor had ze meteen nog wat goede tips voor andere leuke wedstrijden.
Swim, bike, run
Om 09:00 was het zover, mijn beurt om het water in te gaan! In de aanloop naar deze triathlon lachte iedereen mij uit dat ik op 2 januari moest zwemmen in Lake Dunstan. Het zou namelijk super koud zijn (een diep meer van smeltwater, dat warmt niet snel op). Gelukkig zaten we in een aftakking van het meer en was het water eigenlijk heel lekker. Omringd door wijngaarden vermaakte ik me wel in het water. Zwemmen is toch niet mijn sterkte onderdeel dus ik heb er maar gewoon lekker van genoten ;-).
Het meer waar we in mochten zwemmen, 750 meter voor mijn categorie.
Ondanks dat ik lekker had genoten van het zwemmen was het ook nog wel zwaar. Toen ik uit het water kwam was ik dan ook al kapot, en toen moest ik nog fietsen en hardlopen! Ik zag het niet helemaal zitten maar ja, ik was er aan begonnen dus ik moest ook maar gewoon door. Het leuke was dat ik geen idee had hoe de omgeving eruit zag, dus ook het fietsen was een leuke ontdekkingstocht.
Wat ik ook niet wist (omdat ik de heenreis lag te slapen), was dat het hier best heuvelig is. Ook het fietsen was dus pittiger om ongetraind te doen dan in Nederland. Vooral de eerste helft ging flink omhoog. Ik besloot dus om ook hier maar weer lekker om me heen te kijken. Het had geen zin om mezelf helemaal kapot te fietsen, want naderhand moest ik nog 5 kilometer hardlopen (de laatste keer dat ik dat deed... ook al minstens een half jaar geleden). Het klonk en voelde allemaal als een steeds slechter plan, haha.
Tussen alle angstaanjagende professionals deden er gelukkig ook angstaanjagende amateurs mee.
De tweede wissel en een halve banaan later begon ik aan het laatste onderdeel, hardlopen. Nog voor mijn triathlon begon zagen we in de verte een hele steile weg en toen zei ik nog: "Gelukkig hoef ik die niet op te fietsen!" Maar toen ik de bocht om rende... Jep, ik moest die bult omhoog rennen. Ik weigerde om te gaan wandelen maar strompelen mocht natuurlijk wel. Dus strompelend kwam ik aan de top en toen werd het gelukkig vlak. Het kon vanaf hier alleen nog maar beter worden, want de finish lag weer beneden aan het water.
Het enige wat deze triathlon nog dramatischer kon maken was dat ik naar de wc moest. Maar omdat mijn tijden al niet zo snel waren, sloeg ik dat maar over. Met een beetje buikpijn ben ik maar gewoon gaan rennen. Daarbij dacht ik: nu kan ik alleen maar aan de wc denken, dan vergeet ik de pijn van het hardlopen. Ondanks alles was het hardlopen hetgeen dat qua snelheid uiteindelijk nog het beste ging. Binnen een halfuur kwam ik over de finishlijn, daar was ik heel blij mee. Ook was ik heel blij dat ik eindelijk naar de wc kon én een frisse duik in het water kon nemen. Dat was toen wel echt genieten.

Zo gaat het altijd met sporten: nadat je klaar bent, ben je alle pijn meteen alweer vergeten.
Mijnenveld Na de wedstrijd gingen we nog een wandelroute in de omgeving doen. Het lijkt hier net op het Wilde Westen, een hele droge woestijn. Maar dan wel eentje met wijngaarden. Vroeger werden hier goud en kolen gemijnd. Een interessante omgeving met veel geschiedenis dus. Het was nu ook al erg heet geworden, dat paste wel bij de woestijnervaring. Gelukkig had een collega mij al gewaarschuwd voor de temperaturen dus we hadden 8(!) liter water mee. Dat is ook allemaal opgedronken (en we hebben daarna nog extra drinken gekocht bij een tankstation).
Het hete, droge mijngebied van Bannockburn. Moeilijk om je voor te stellen dat hier vroeger mensen woonden en werkten.
Er waren in dit gebied ook nog veel mijningangen te vinden. Daar zijn we natuurlijk in gegaan. Maar net als bij de Kepler Track hadden we geen hoofd- of zaklamp mee en moesten we het doen met een klein telefoonlampje. Toch konden we daarmee al zien dat er nog hele gangenstelsels aanwezig zijn. Niet voor niets dus dat je hier je kinderen in de gaten moet houden, want die kunnen gemakkelijk de mijnen in rennen en verdwijnen.
Wij moesten bukken in de mijnen, dat maakt het al iets minder aantrekkelijk om het hele gangenstelsel in te rennen ;-).
Na het vroege opstaan, sporten en de ontdekkingstocht, was het tijd om terug naar huis te rijden. We hadden nog wat fruit gekocht bij een kraampje onderweg maar die suikers weerhielden ons er niet van om het autorijden steeds maar weer van elkaar over te nemen om dutjes te kunnen doen. Je raadt dan vast ook al wat we de volgende dag hebben gedaan: tv kijken en dutjes doen in de stoel, en de hele dag de gordijnen dicht tegen de hitte. Heerlijk!
























Opmerkingen